Gasflessen aan boord van je schip
Een gasfles aan boort van je schip zorgt voor een hoop gemak.
Met gas kan je verwarmen, máár ook koelen. Verder zijn er een hoop apparaten aan te sluiten op gas, wat voor een hoop gemakken aan boort kan zorgen. Maar er zijn wel een aantal zaken waar je op dient te letten. Gas blijft namelijk een brandbaar product. Veiligheid is dus erg belangrijk! Informatie over alle zaken waar je op moet letten, lees je in deze blog over gasflessen veilig aan boort van je schip!
Plaatsing
Allereerst de plaatsing, zorg dat gasflessen altijd rechtop staan en in een gasbun of flessenkast. Zorg dat er ook voldoende ventilatie is, zodat als er gas lekt dit wel weg kan. Gas is zwaarder dan lucht en zal zich dus dichtbij de grond ophopen. De ventilatie moet dus zowel boven als onder de gasfles. Het ventilatiegat onderin moet van het schip af, dus niet alsnog het schip in. Plaats volle, maar ook lege flessen, nooit benedendeks. Want daar is onvoldoende ventilatie, waardoor het gas niet weg komt. Tot slot, plaats gasflessen nooit in de zon of naast warmtebronnen!
Lekkage
Lekkage wil je natuurlijk voorkomen. Lekkages ontstaan meestal bij het wisselen van flessen. Dit kan bijvoorbeeld door onzorgvuldige aansluiting, scheve montage van de gasslang of door versleten afdichtingen. Door middel van de eerder genoemde ventilatie zorg je ervoor dat het gas in ieder geval naar buiten ontsnapt.
Gasleidingen en beugels
Voor vaste gasleidingen zijn alleen naadloze koperen óf roestvrijstalen pijpen geschikt. Alle gasleidingen moeten altijd toegankelijk zijn voor inspectie. De beugels voor het vast zetten van gasleidingen zijn bij voorkeur van koper of in ieder geval van metaal en altijd met een rubberen inleg. De gasleiding moet namelijk voldoende expansieruimte hebben, omdat de leidingen kunnen uitzetten.
Slangen en drukregelaars
Gasslangen mogen niet zijn aangetast door bijvoorbeeld de zon of regen. Gasslangen gaan tussen de 3 en 6 jaar mee. Dit hangt van de omgeving af. Gasslangen die blootgesteld worden aan bijvoorbeeld zon en zeewater gaan beduidend minder lang mee dan gasslangen die daar niet mee in aanraking komen. Voorkom dat de gasslang knikt of gedraaid zit, op die manier gaat de slang veel langer mee. Drukregelaars zorgen ervoor dat alles op de juiste druk blijft. Drukregelaars mogen niet een hogere werkdruk hebben dan 50 mbar. Daarnaast moeten gemonteerde drukregelaars kunnen afblazen, mocht de druk te hoog worden. Een drukregelaar gaat tussen de 6 en 10 jaar mee. Ook hier hangt dit af van de omgeving waarin die gebruikt wordt.
Bij twijfel of de gasslang of drukregelaar nog goed is, altijd (laten) vervangen!
Gastoestellen
Alle aangesloten gastoestellen moeten thermisch-elektrische beveiligd zijn en moeten zijn voorzien van een afsluiter.
Controles
Voorkomen is beter dan genezen, dus laat jouw installatie door een bedrijf met het Certificaat Gastechniek controleren. Een controle is eens in de drie jaar nodig om de veiligheid te kunnen waarborgen. De inspectie omvat: controle op de deugdelijkheid en dichtheid van de installatie, toetsing aan de ISO-norm 10239 en een beoordeling van de gehele installatie en aangesloten apparaten.